titel kop

engels home terug contact

Inteelt en AVK

Inteelt

Bij elke vorm van fokken met aan elkaar verwante dieren is er sprake van inteelt. De mate van inteelt wordt aangegeven door middel van de inteeltcoëfficiënt. Net als bij de mens heeft elk dier van elk gen twee exemplaren, het ene exemplaar heeft het dier van de vader gekregen en het andere exemplaar komt van de moeder. Anders gezegd de helft van de genen komt van de vader en de andere helft van de moeder. Bij inteelt wordt de kans op twee identieke genen groter. Wanneer bijvoorbeeld een zus en broer met elkaar gekruist worden, is er een kans van 25% dat de dieren eenzelfde gen doorgeven aan hun nakomeling.

De inteeltcoëfficiënt geeft aan hoeveel procent kans er is dat de genen in beide sets (het genenpakketje van de vader en het genenpakketje van de moeder) iedentiek zijn door afstamming. In het algemeen wordt de inteeltcoëfficiënt berekend over vijf generaties met behulp van de formule van Wright:

Fx=som((1/2(n1+n2+1))X(1+FA))

Fx=de inteeltcoëfficiënt van dier x
n1=aantal generaties van ouder 1 van x tot aan gemeenschappelijke ouder
n2=aantal generaties van ouder 2 van x tot aan gemeenschappelijke ouder
FA=inteeltcoëfficiënt. gemeenschappelijke ouder

Wanneer er meerdere gemeenschappelijke voorouders zijn, dienen de inteeltcoëfficiënten bij elkaar opgeteld te worden.

homefoto

AVK ouderschapsverlieswaarde

Naast de inteeltcoëfficiënt is de ouderschapsverlieswaarde, ook wel AVK genoemd, van belang bij het fokken. Bij het bepalen van de inteeltcoëfficiënt wordt er geen rekening gehouden met mogelijk genenverlies in eerdere generaties. Bij de inteeltcoëfficiënt wordt alleen gekeken naar gemeenschappelijke voorouders van de ouders, dus voorouders die zowel aan vaders- als aan moederskant voorkomen. Voorouders die maar aan één kant meerdere keren voorkomen, tellen niet mee voor de inteeltcoëfficiënt. Met alleen de inteeltcoëfficiënt is er daardoor geen compleet beeld te geven van de genetische kwaliteit van een hond. De AVK geeft het voorspelde verlies van genen aan en zo kan inteelt in eerdere generaties aangetoond worden.

De AVK, in het Engels ancestor-, of ancestral loss coëfficiënt genoemd, is ontwikkeld door professor Schlegel van de universiteit in Wenen. De afkorting AVK komt van het Duitse Ahnenverlustkoeffizient. Als Nederlandse term wordt de ouderschapsverlieswaarde of AVK-coëfficiënt gebruikt.

De AVK wordt berekend door het aantal unieke voorouders te delen door het totaal aantal mogelijke voorouders. Hierdoor worden ook voorouders die maar aan één kant van de stamboom meerdere keren voorkomen in de berekening mee genomen. Net als bij de inteeltcoëfficiënt wordt de AVK in het algemeen over vijf generaties berekend. In een stamboom van vijf generaties kunnen maximaal 62 verschillende voorouders voorkomen (namelijk 2 ouders, 4 grootouders, 8 overgrootouders, etc) In de meeste gevallen is het aantal unieke voorouders kleiner dan 62, doordat dieren van een lijn meerdere keren gebruikt worden.

Een rekenvoorbeeld:
In een stamboom van 5 generaties zitten 62 ouderdieren. Stel dat 2 honden zowel aan de kant van de reu als aan de kant van de teef een keer voorkomen in de stamboom. Dan zitten er 60 unieke ouderdieren in de stamboom, 60 gedeeld door 62 maal 100% is 96,8%. We zeggen dan dat de AVK 96,8% is. Dit percentage geeft aan dat 3,2% van de genen variatie (heterozygotie) verloren is gegaan.

Hoe dichter de inteeltcoëfficiënt bij 0% uitkomt hoe beter. Het Nieuwlandsehof streeft er naar niet met een combinatie van ouderdieren te fokken wanneer de inteeltcoëfficiënt boven de 3,5% uitkomt. Voor de AVK geldt hoe hoger deze waarde, hoe gezonder de stamboom. Hier hanteert het Nieuwlandsehof dat de waarde niet onder de 85% uit mag komen.

home terug contact


© Niets van deze website mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming worden gecopieërd